Debussy

Over regen gesproken.

Wat zijn de titels en verwijzingen bij de werken van Debussy toch altijd fascinerend. ‘Estampes’ is een pianosuite uit 1903. Eigenlijk een 3-tal muzikale prenten welke hij opdroeg aan zijn vriend, de schilder Jacques-Émile Blanche. Debussy had een groot talent voor het vastleggen van landschappelijke sferen en taferelen. In ‘Jardins sous la Pluie’ voel je de regendruppels, de wind en de naderende onweersbui. Grappig is dat hij (stiekem) gebruik maakt van melodische fragmenten uit een 2-tal franse liedjes ‘Nous n’irons plus aux bois’ en ‘Dodo, l’enfant do’. Kinderen die door plassen springen en plezier hebben met water. Geweldig toch!

Brahms

Over met pensioen gaan gesproken.

Afgelopen periode hebben we met veel aandacht het trio opus 114 voor klarinet, cello en piano van Johannes Brahms (mijn dochter schrijft Braams, leuk hè?) ingestudeerd. Een gelegenheidsformatie, waarbij spelen voor ons eigen plezier centraal staat.

Het was rond 1890 en de oude Brahms had zich eigenlijk voorgenomen te stoppen met componeren. Zijn oeuvre was compleet en het werd tijd dat een nieuwe generatie in het zonnetje gezet werd. Maar toen hoorde hij Richard Mühlfeld klarinet spelen en was gefascineerd door de prachtige klankkleuren van dit instrument. Het inspireerde hem tot het schrijven van toch nog een 4-tal kamermuziekwerken met dit instrument in de hoofdrol.

Het trio bevat alle elementen wat zijn muziek zo magistraal mooi maakt. Wonderschone thema’s, delicate doorwerkingen en gepassioneerdheid op z’n Braams. Drie verschillende instrumenten volledig in balans met elkaar. Wat een werk! En wat een werk……