Nino Rota

De bekendste scene uit ‘La Dolce Vita’ is die waar Anita Ekberg en Marcello Mastroianni elkaar verleiden bij de Trevi fontein in Rome. Op dat moment valt de muziek weg. Geniaal! Wat een gedurfde actie van de componist! Soms kun je schitteren door afwezigheid.

Nino Rota (1911-1974) is bekend om de soundtrack van ‘The Godfather’ en de muziek bij Fellini films. Hij illustreert de Italiaanse sfeer door gebruik te maken van zwoele hammondorgel klanken, gedempte trompetjes, strijkers en quasi-goedkope melodietjes.

Fellini zei over hem: “Hij was iemand die een zeldzame eigenschap had, iemand die tot de wereld van de intuïtie behoorde. Zodra hij arriveerde verdween de stress, alles veranderde in een feestelijke sfeer. Je voelde zijn creativiteit van zo dichtbij dat je er dronken van werd”

Weinig mensen weten dat hij naast filmmuziek ook veel (serieuze) kamer- en symfonische muziek geschreven heeft. Ik kan er inmiddels over meepraten. De afgelopen periode heb ik met twee van mijn muziekmaatjes met veel plezier gestudeerd op zijn trio voor klarinet, cello en piano. Wat een leuk en speels stuk! Mooie melodielijnen afgewisseld door hoempapa passages en mystieke sferen. Een ontdekking!   

Grieg

Over geluk en inspiratie gesproken.

Pas geleden heb ik samen met een violiste de 2e vioolsonate opus 13 gespeeld. Wat een geweldig stuk, en wat heerlijk om aan te werken. Grieg schreef het 3 weken voor zijn huwelijksreis. De opgewektheid en levensvreugde straalt er van af.

Zelf schreef hij erover: ‘Mijn vioolsonates behoren tot mijn beste werken. Stuk voor stuk geven ze een nieuwe periode weer in mijn ontwikkeling. De eerste naïef en rijk aan ideeën, de tweede nationalistisch, de derde met een rijke, wijdere horizon’.

Deze 2e zit vol met avontuurlijke ritmes en gedurfde harmonieën. Vast en zeker geïnspireerd uit elementen van de traditionele Noorse volksmuziek.

Wist je overigens dat ie altijd een klein beeldje van een kikker in zijn broekzak had. Op belangrijke momenten wreef hij erover. Het bracht hem geluk en inspiratie.

Erik Satie

De dagindeling van een componist
uit: Mémoires d’un Amnésique (1913)

Een kunstenaar moet zijn leven goed organiseren. Hier volgt de precieze indeling van mijn dagelijkse activiteiten:

Opstaan om 7u18; inspiratie van 10u23 tot 11u47. Ik lunch om 12u11 en ga van tafel om 12u14. Een heilzaam rijtoertje te paard achter in mijn park: van 13u19 tot 14u53.
Opnieuw inspiratie: van 15u12 tot 16u07. Diverse bezigheden (schermen, nadenken, stilzitten, bezoekjes, meditatie, vingervaardigheid oefenen, zwemmen, enzovoorts): van 16u21 tot 18u47.
Het avondmaal wordt opgediend om 19u16 en afgenomen om 19u20. Vervolgens is het tijd om symfonieën te lezen, hardop: van 20u09 tot 21u59.
Mijn vaste bedtijd is om 22u37. Ik schrik wekelijks wakker om 3u19 (op dinsdag).
Ik eet uitsluitend wit voedsel: eieren, suiker, fijn geraspte beentjes, vet van dode dieren, kalfsvlees, zout, kokosnoten, kip gekookt in zuiver water, schimmel van vruchten, rijst, knolletjes, gekamferde bloedworst, pasta, kaas (of kwark), witte salade en sommige soorten vis (zonder de huid).
Ik kook mijn wijn en drink hem koud met fuchsia sap. Ik heb een gezonde eetlust; maar ik spreek nooit tijdens het eten, uit angst dat ik me zal verslikken.
Ik adem zorgvuldig (niet te veel tegelijk). Ik dans zeer zelden. Als ik wandel houd ik de zijkant van de weg goed in de gaten houd mijn buik in en kijk strak achter me.
Ik ben zeer ernstig en als ik lach is dat per ongeluk. Ik vraag er steeds minzaam verontschuldiging voor.
Als ik slaap doe ik maar één oog dicht; mijn slaap is heel zwaar. Mijn bed is rond, met een gat erin waar mijn hoofd door kan. Ieder uur neemt een dienstknecht mijn temperatuur op.
Ik ben sinds lang geabonneerd op een modeblad. Ik draag een witte muts, witte kousen en een wit vest.
Mijn dokter heeft me altijd aangeraden om te roken. Hij zegt er altijd bij: Rookt u maar, mijn beste: anders rookt een ander in uw plaats.

César Cui

Over een dubbele carrière gesproken.

Afgelopen weekend een klein huisconcertje gegeven. Salonmuziek gespeeld met een fluitiste en een violiste. Niet zo serieus, maar een beetje luchtig. Wat kletsen, kopje koffie erbij. Wat is dat leuk!

We speelden o.a. de 5 stukken opus 56 van de rus César Cui (1835-1918). Als jonge jongen had hij al interesse voor muziek, maar zijn echte loopbaan begon met een studie aan de Militaire Academy in St. Petersburg en bracht het tot professor in wapenkunde en verdedigingstechniek. Hij leerde Balakirev kennen, een wiskundige en verwoed amateurcomponist en -pianist. Cui pakte de muziek weer op en begon te componeren. Later vormden zij samen met Borodin, Rimsky-Korsakov en Moessorgsky ‘het machtige hoopje’, een groep die zich inzette voor de nationale Russische muziek.
Hij heeft heel veel geschreven, onder andere opera’s, orkestwerken en koormuziek. Maar zijn korte, fijne stukken voor piano en kleine bezetting spreken mij het meest aan.

Brahms

Over met pensioen gaan gesproken.

Afgelopen periode hebben we met veel aandacht het trio opus 114 voor klarinet, cello en piano van Johannes Brahms (mijn dochter schrijft Braams, leuk hè?) ingestudeerd. Een gelegenheidsformatie, waarbij spelen voor ons eigen plezier centraal staat.

Het was rond 1890 en de oude Brahms had zich eigenlijk voorgenomen te stoppen met componeren. Zijn oeuvre was compleet en het werd tijd dat een nieuwe generatie in het zonnetje gezet werd. Maar toen hoorde hij Richard Mühlfeld klarinet spelen en was gefascineerd door de prachtige klankkleuren van dit instrument. Het inspireerde hem tot het schrijven van toch nog een 4-tal kamermuziekwerken met dit instrument in de hoofdrol.

Het trio bevat alle elementen wat zijn muziek zo magistraal mooi maakt. Wonderschone thema’s, delicate doorwerkingen en gepassioneerdheid op z’n Braams. Drie verschillende instrumenten volledig in balans met elkaar. Wat een werk! En wat een werk……

Milhaud

Over de lente gesproken.

Wauw wat heerlijk, naar buiten allemaal !!!
Darius Milhaud (Frankrijk, 1892-1974) schreef ‘Le Printemps’ opus 18. Onlangs speelde ik het met een violiste. Wat een prachtig kabbelend melodietje. En dan die jazzy pianopartij, lekker contrasterend op de achtergrond. Hij deed het anders dan zijn tijd- en landgenoten. Niet te ingewikkeld zodat het toegankelijk is voor iedereen. Luister eens hoe onze vriend Jacques het speelt.